Woningen - dus geen gebouwen - die zijn opgenomen in één van de lijsten van de inventaris (leegstaande, ongeschikt/onbewoonbare of verwaarloosde woningen) komen in aanmerking voor recht van voorkoop. Ook percelen bestemd voor woningbouw, al dan niet bebouwd, die gelegen zijn in een bijzonder gebied. Dit recht kan door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied en in welbepaalde gevallen door de gemeente en het OCMW uitgevoerd worden. Dit kan enkel met het oog op sociale huisvesting. Een woning of onbebouwd perceel dat verworven is op basis van het recht van voorkoop, moet dus steeds worden aangewend met het oog op sociale woningbouw (huur- of koopwoningen).
Het recht van voorkoop laat toe een sociaal grond- en pandenbeleid te voeren en hierbij de aandacht te richten op onder meer slechte woningen die voor de reguliere woonmarkt verloren dreigen te gaan. De begunstigde van het recht van voorkoop kan bij verkoop van een onroerend goed in de plaats treden van de koper. De verkoper zal zich bijgevolg onder dezelfde voorwaarden verbinden met de begunstigde (en niet met de oorspronkelijke koper). Lees meer op de website van Wonen Vlaanderen